Previous
Daar was laatst een meisje loos
Chapter II - Page 15
Back
Next
Oh Nederland let op uw zaak
De draaiersjongen
In een blauw geruite kiel,
draaide hij aan 't grote wiel,
de ganse dag.
Maar Michieltjes jongen's hart,
leed ondragelijke smart.
A-ach, a-ach, a-ach, a-ach!
Als matroosje vlug en net,
heeft hij voet aan boord gezet,
dat hoorde zo.
Naar Oostinje, naar de West,
jongens, dat gaat opperbest!
Hojo, hojo, hojo, hojo!
Daar staat Hollands Admiraal,
nu een man van vuur en staal,
de schrik der zee.
't Is een Ruyter naar den aard,
glorierijk zit hij te paard.
Hoezee, hoezee, hoezee, hoezee